Liebherr IKS 1610

* The preview only show first 10 pages of manuals. Please download to view the full documents.

Loading preview... Please wait.

Manuals information


Report / DMCA this file

Manuals Content

Gebruiksaanwijzing

Inbouwkoelkast

131213

7085400 - 01 IK/ IKS/ EK ... LC

Het apparaat in vogelvlucht Inhoudsopgave

1 Het apparaat in vogelvlucht

1 1.1 1.2 1.3 1.4

Het apparaat in vogelvlucht.................................. Apparaten- en uitrustingsoverzicht........................... Toepassingen van het apparaat............................... Conformiteit.............................................................. Energie sparen.........................................................

2 2 2 3 3

2

Algemene veiligheidsvoorschriften.....................

3

3 3.1 3.2

Bedienings- en controle-elementen..................... Bedienings- en controle-elementen.......................... Temperatuurdisplay.................................................

4 4 4

4 4.1

In gebruik nemen................................................... Apparaat inschakelen...............................................

5 5

5 5.1 5.2 5.3

Bediening................................................................ Kinderbeveiliging...................................................... Koelgedeelte ........................................................... Vriesvak...................................................................

5 5 5 7

6 6.1 6.2 6.3

Onderhoud.............................................................. Ontdooien................................................................ Apparaat reinigen..................................................... Technische Dienst....................................................

7 7 8 8

7

Storingen................................................................

8

8 8.1 8.2

Uitzetten.................................................................. Apparaat uitschakelen.............................................. Buiten werking stellen..............................................

9 9 9

9

Apparaat afdanken................................................

9

De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden. Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b. De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*). Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt gebruiksresultaten met een .

met

een

,

1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht

Fig. 1 (1) Bedienings- en controle-elementen (2) Vriesvak* (3) Ventilator* (4) Flessendraagrooster* (5) Conservenrek (6) Plateau, deelbaar* (7) LED-binnenverlichting

(8) Plateau (9) Koudste zone (10) Flessenrek (11) Flessenhouder* (12) Groentevak* (13) Afvoeropening (14) Typeplaatje

Aanwijzing u Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren. Zo werkt het apparaat energiebesparend. u Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.

1.2 Toepassingen van het apparaat Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen van levensmiddelen in huishoudelijke of soortgelijke omgeving. Hiertoe behoort bijvoorbeeld het gebruik - in personeelskeukens, bed and breakfasts, - door gasten in landhuizen, hotels, motels, en andere onderkomens, - voor catering en soortgelijke diensten in de groothandel Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke toepassingen. Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan. Het apparaat is niet geschikt voor het bewaren en koelen van medicijnen, 2

* afhankelijk van model en uitvoering

Algemene veiligheidsvoorschriften bloedplasma, laboratoriumpreparaten en derge- 2 Algemene veiligheidsvoorlijke stoffen en producten als genoemd in de richtlijn inzake medische hulpmiddelen schriften 2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kan Gevaren voor de gebruiker: leiden tot schade aan bewaarde producten of - Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar tot bederf ervan. Daarnaast is het apparaat niet en ouder, evenals door personen met geschikt voor gebruik op plaatsen waar ontplofbeperkte fysische, sensorische of mentale fingsgevaar kan heersen. capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis Het apparaat is volgens de klimaatklasse worden gebruikt, wanneer ze onder toezicht gebouwd voor gebruik bij bepaalde omgevingsstaan of m.b.t. het veilige gebruik van het temperaturen. De klimaatklasse van uw appaapparaat instructies hebben gekregen en de raat vindt u op het typeplaatje. daaruit voortvloeiende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat Aanwijzing spelen. Kinderen mogen het apparaat niet uRespecteer de opgegeven omgevingstempezonder toezicht reinigen en onderhouden. raturen, zoniet vermindert de koelprestatie. - Als u het stroomsnoer van het apparaat uit het stopcontact trekt, altijd bij de stekker Klimaatvoor omgevingstemperaturen van nemen. Niet aan het snoer trekken. klasse Trek, in geval van een storing, de stekker uit SN 10 °C tot 32 °C het stopcontact of schakel de beveiliging uit. N 16 °C tot 32 °C - Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het ST 16 °C tot 38 °C apparaat niet wanneer het netsnoer defect is. - Reparaties, aanpassingen aan het apparaat T 16 °C tot 43 °C en het vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de Technische Dienst of 1.3 Conformiteit ander daarvoor opgeleid vakpersoneel. Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het Het apparaat alleen conform de beschrijving apparaat voldoet in de inbouwstaat aan de van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG, in de handleiding inbouwen, aansluiten en 2004/108/EG, 2009/125/EG en 2010/30/EU. afvoeren. - Het apparaat alleen in ingebouwde toestand Aanwijzing voor keuringsinstituten: De keuringen moeten worden uitgevoerd volgens de in gebruik nemen. geldende normen en richtlijnen. - Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig De voorbereiding en keuring van de apparaten moeten met en geef hem eventueel aan de volgende eigeinachtneming van de beladingsschema's van de fabrinaar door. kant en de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing worden uitgevoerd. - De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TL-lampen) in het apparaat zijn 1.4 Energie sparen bedoeld om de binnenruimte te verlichten en niet geschikt als kamerverlichting. - Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventilatieopeningen resp. -roosters niet afdekken. Brandgevaar: - Ventilatorluchtspleten altijd vrij houden.* - Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast - Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieueen fornuis, verwarming of dergelijke. vriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend - Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandigkoelmiddel kan vlam vatten. heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . • De buisleidingen van het koelmiddelcircuit Open het apparaat zo kort mogelijk. Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is niet beschadigen. het energieverbruik. • Binnenin het apparaat geen open vuur of - Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in ontstekingsbronnen gebruiken. vogelvlucht). • Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan. Binnenin het apparaat geen elektrische Rijpvorming wordt vermeden. apparaten gebruiken (b.v. stoomreinigers, - Levensmiddelen slechts zolang als nodig buiten het appaverwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.). raat laten staat, zodat ze niet te warm worden. • Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg dat Warme gerechten in de kast plaatsen: eerst laten afkoelen tot kamertemperatuur. zich geen open vuur of ontstekingsbronnen - Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.* in de buurt van de lekkage bevinden. - Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat Ruimte goed ventileren. Contact opnemen ontdooien.* met de Technische Dienst.

* afhankelijk van model en uitvoering

3

Bedienings- en controle-elementen - Geen explosieve stoffen of spuitbussen met

Aanwijzing

geeft aan dat praktische aanwij-

brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan, zingen en tips gegeven worden. propaan, pentaan enz. in het apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op de verpakking vermelde inhouds- 3 Bedienings- en controlestoffen of een vlammensymbool. Eventueel elementen ontsnappende gassen kunnen door elektrische componenten vlam vatten. 3.1 Bedienings- en controle-elementen - Alkoholische dranken of andere verpakkingen die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed afgesloten worden bewaard. Eventueel uittredende alcohol kan door elektrische componenten vlam vatten. Gevaar voor vallen en omkiepen: - Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen. Gevaar voor voedselvergiftiging: - Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen. Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn: - Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en gekoelde of ingevroren levensmiddelen vermijden of veiligheidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen. Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud consumeren. Gevaar voor verwonding en beschadiging: - Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben. Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of ontdooispray gebruiken. - IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen. Fig. 2 Neem de specifieke aanwijzingen in de (1) Toets On/Off (6) Toets Ventilatie* (2) Temperatuurdisplay (7) Symbool Ventilatie* overige hoofdstukken in acht: GEVAAR

duidt een direct gevaar aan, die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.

WAARduidt een gevaarlijke situatie aan, SCHUWING die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.

4

VOORZICHTIG

duidt een gevaarlijke situatie aan, die lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.

LET OP

duidt een gevaarlijke situatie aan, die materiële schade tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.

(3) Insteltoets (4) Toets SuperCool

(5) Symbool SuperCool

(8) Symbool Menu (9) Symbool Kinderbeveiliging

3.2 Temperatuurdisplay Bij normale werking wordt aangegeven: - de ingestelde koeltemperatuur De volgende aanduidingen wijzen op een storing. Mogelijke oorzaken en maatregelen voor het oplossen (zie Storingen).

- F0 tot F9

* afhankelijk van model en uitvoering

In gebruik nemen 4 In gebruik nemen 4.1 Apparaat inschakelen u Open de deur. u Aan/uit-toets Fig. 2 (1) indrukken. w Het temperatuurdisplay licht op. Bij het openen van de deur gaat de binnenverlichting aan. Het apparaat is ingeschakeld. w Wanneer op het display „DEMO” wordt aangegeven, is de demonstratiemodus geactiveerd. U kunt contact opnemen met de Technische Dienst.

5 Bediening 5.1 Kinderbeveiliging Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitschakelen.

5.1.1 Kinderbeveiliging instellen Instelmodus activeren: u Toets SuperCool Fig. 2 (4) ca. 5 seconden indrukken. w Op de display wordt het symbool Menu Fig. 2 (8) weergegeven. w Op de display knippert c. Moet de functie worden ingeschakeld: u Met de toets SuperCool Fig. 2 (4) kort bevestigen. w Op het display wordt c1 weergegeven. u Met de toets SuperCool Fig. 2 (4) kort bevestigen. w Het symbool Kinderbeveiliging Fig. 2 (9) op de display gaat branden. w Op de display knippert c. w De functie kinderbeveiliging is ingeschakeld. Wanneer de functie moet worden uitgeschakeld: u Met de toets SuperCool Fig. 2 (4) kort bevestigen. w Op het display wordt c0 weergegeven. u Met de toets SuperCool Fig. 2 (4) kort bevestigen. w Op het display knippert c . w De functie Kinderbeveiliging is uitgeschakeld. Instelmodus beëindigen: u De toets On/Off Fig. 2 (1) kort indrukken. w Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weergegeven.

5.2 Koelgedeelte Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de groentelades en tegen de achterkant is het het koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het warmste.

5.2.1 Levensmiddelen koelen Aanwijzing* Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij onvoldoende ventilatie. u Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten. u Bederfelijke etenswaren, bereide gerechten, vlees en vleeswaren bewaart u in de koudste zone. In het bovengedeelte en in de deur boter en conserven bewaren. (zie Het apparaat in vogelvlucht) u Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof, metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.

* afhankelijk van model en uitvoering

u Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of afgedekt bewaren. u Levensmiddelen die veel ethyleengas afgeven of daar gevoelig voor zijn, zoals fruit, groenten en salades, altijd apart bewaren of verpakken, om de bewaartijd niet te verkorten; bijv. tomaten niet samen bewaren met kiwi's of kool. voor apparaten vanaf een hoogte van 1218 mm geldt: u het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv. bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter worden geschoven of omvallen. u Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht goed kan circuleren.

5.2.2 Temperatuur instellen De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren: - hoe vaak de deur wordt geopend - de ruimtetemperatuur op de opstellocatie - de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C In het vriesvak ontstaat dan een gemiddelde temperatuur van ca. -18 °C .* De temperatuur kan doorlopend worden veranderd. Is de instelling 1 °C bereikt, dan wordt weer met 9 °C begonnen. u Temperatuurfunctie oproepen: Druk de insteltoets Fig. 2 (3) in. w Op het temperatuurdisplay wordt de tot nog toe ingestelde waarde knipperend aangegeven. u Temperatuur in 1 °C stappen wijzigen: Druk de insteltoets Fig. 2 (3) net zo vaak in, totdat de gewenste temperatuur op het temperatuurdisplay oplicht. u Temperatuur doorlopend veranderen: insteltoets ingedrukt houden. w Tijdens het instellen wordt de waarde knipperend weergegeven. w Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd ingedrukt, wordt de nieuwe instelling overgenomen en de ingestelde temperatuur weer aangegeven. De temperatuur in de binnenruimte past zich langzaam aan de nieuwe instelling aan.

5.2.3 SuperCool Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoelvermogen in. Daarmee bereikt u lagere koeltemperaturen. Gebruik SuperCool om grote hoeveelheiden levensmiddelen snel af te koelen. Wanneer SuperCool ingeschakeld is, kan de ventilator* draaien. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen, daardoor kan het geluid van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn. SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik. Met SuperCool koelen u Toets SuperCool Fig. 2 (4) kort indrukken. w Het symbool SuperCool Fig. 2 (5) is verlicht in de display. w De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde. SuperCool is ingeschakeld. w SuperCool schakelt na 12 uur automatisch uit. Het apparaat werkt in de energiebesparende normale modus verder. SuperCool voortijdig uitschakelen u Toets SuperCool Fig. 2 (4) kort indrukken. w Het symbool SuperCool Fig. 2 (5) in de display gaat uit. w SuperCool is uitgeschakeld.

5

Bediening 5.2.4 Ventilator*

5.2.7 Opbergvakken

Met de ventilator kunt u grote hoeveelheden verse levensmiddelen snel afkoelen of een relatief gelijkmatige temperatuurverdeling op alle schappen bereiken.

Opbergvakken in de deur verplaatsen*

De circulatiekoeling is aan te bevelen: - bij hoge kamertemperatuur (hoger dan 33 °C ) - bij hoge luchtvochtigheid De circulatiekoeling heeft een iets hoger energieverbruik. Om energie te besparen, gaat de ventilator bij geopende deur automatisch uit. Ventilator inschakelen* u Druk kort op de toets Ventilatie Fig. 2 (6). w Het symbool Ventilatie Fig. 2 (7) brandt. w De ventilator is actief. Bij sommige apparaten wordt deze pas ingeschakeld, wanneer de compressor draait.

Fig. 4 *

Ventilator uitschakelen* u Druk kort op de toets Ventilatie Fig. 2 (6). w Het symbool Ventilatie Fig. 2 (7) gaat uit. w De ventilator is uitgeschakeld

5.2.5 Draagplateaus Draagplateaus verplaatsen De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild uittrekken. u Til het draagplateau op en trek het naar voren uit. inschuiven, u Draagplateau met de aanslagrand aan de achterzijde en naar boven toe wijzend. w De levensmiddelen vriezen niet aan de achterwand vast.

Fig. 5 * Opbergvakken demonteren*

Fig. 6

Draagplateaus demonteren u De plateaus kunnen worden gedemonteerd om te worden gereinigd.

5.2.6 Deelbare draagplateau gebruiken*

u De opbergvakken kunnen worden gedemonteerd om te worden gereinigd.

5.2.8 Flessenhouder gebruiken* u Om ervoor te zorgen dat de flessen niet omvallen, moet de flessenhouder worden verschoven.

5.2.9 Groentelade*

Fig. 3

u De glasplaat met aanslagrand (2) moet achteraan liggen. u De glasplaat (1) met de uittrekstoppers moet vooraan liggen, zodat de stoppers (3) naar beneden wijzen.

6

Fig. 7

* afhankelijk van model en uitvoering

Onderhoud 5.2.10 Groenteladen op rolplaten*

5.3.2 Bewaartijden* Richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende levensmiddelen in het vriesvak:

Fig. 8 u De rolplaten kunnen worden verwijderd om te worden gereinigd.

5.2.11 Groenteladen op telescooprails*

Consumptieijs

2 tot 6 maanden

Worst, ham

2 tot 6 maanden

Brood, bakkerijproducten

2 tot 6 maanden

Wild, varkensvlees

6 tot 10 maanden

Vette vis

2 tot 6 maanden

Magere vis

6 tot 12 maanden

Kaas

2 tot 6 maanden

Pluimgedierte, rundvlees

6 tot 12 maanden

Groente, fruit

6 tot 12 maanden

De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden.

5.3.3 Levensmiddelen ontdooien* u

in het koelgedeelte bij kamertemperatuur in een magnetron in een oven/heteluchtoven Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft. Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken. u Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering weer invriezen.

6 Onderhoud Fig. 9

5.3 Vriesvak* In het vriesvak kunt u bij een temperatuur van -18 °C en lager diepvriesproducten en ingevroren levensmiddelen meerdere maanden bewaren, ijsblokjes maken en verse levensmiddelen invriezen. De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een thermometer of andere meetapparatuur, kan schommelen.

5.3.1 Levensmiddelen invriezen* U kunt maximaal 2 kg verse levensmiddelen per 24 u invriezen.

VOORZICHTIG Gevaar voor verwonding door glasscherven! Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken. u Flessen en blikjes met drinken niet invriezen! u 4 u voor het invriezen zet u de temperatuur op 5 °C of kouder. Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen, mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet overschrijden: - fruit, groente max. 1 kg - vlees max. 2,5 kg u Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvrieszakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of aluminium. u Leg de levensmiddelen breed op de grond van het vak en breng ze niet in aanraking met reeds bevroren producten, zodat deze niet beginnen te dooien. u Stel de temperatuur 24 u na het invriezen opnieuw hoger in.

* afhankelijk van model en uitvoering

6.1 Ontdooien 6.1.1 Koelgedeelte ontdooien Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater verdampt. Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op een storing. u Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan weglopen (zie 6.2) .

6.1.2 Vriesvak ontdooien* In het vriesvak vormt zich na verloop van tijd een rijp- resp. ijslaag. Dat is heel normaal. De rijp- resp. ijslaag wordt sneller gevormd, indien de deur vaak wordt geopend of indien de ingelegde levensmiddelen warm zijn. Een dikke ijslaag doet echter het energieverbruik stijgen. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.

VOORZICHTIG Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! u Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of ontdooispray gebruiken. u Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs te verwijderen. u Schakel het apparaat uit. w De temperatuurdisplay gaat uit. w Als de temperatuurdisplay niet uitgaat, is de kinderbeveiliging ingeschakeld (zie 5.1) . u Trek de stekker uit. u Wikkel de diepvriesproducten in krantenpapier of in een deken en bewaar op een koele plek. u Laat de deur van het vak en van het apparaat open tijdens het ontdooien. u Losgeraakte ijsstukken uitnemen. u Let erop, dat er geen dooiwater in de ombouw loopt.

7

Storingen u Indien nodig neemt u het dooiwater enkele keren op met een spons of doek. u Het vak reinigen (zie 6.2) .

6.2 Apparaat reinigen

Na het reinigen: u Apparaat en onderdelen droogwrijven. u Apparaat weer aansluiten en inschakelen. u De levensmiddelen weer inleggen.

6.3 Technische Dienst

WAARSCHUWING Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de oppervlakken beschadigen. u Gebruik geen stoomreinigers! LET OP Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen! u Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm. u Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol. u Geen bijtende, schurende, chloor- resp. oplosmiddelbevattende schoonmaakproducten gebruiken. u Gebruik geen chemische oplosmiddelen. u Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst. u Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of beschadigen. u Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatieroosters en elektrische delen terecht komen. u Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een neutrale pH-waarde. u Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levensmiddelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten. u Apparaat uitruimen. u Trek de stekker uit. u Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauwwarm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen.

Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.

WAARSCHUWING Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie! u Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaansluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onderhoud), uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren. u Apparaataanduiding Fig. 10 (1), service-nr. Fig. 10 (2) en serie-nr. Fig. 10 (3) van het typeplaatje aflezen. Het typeplaatje bevindt zich aan de linkerkant binnen in het apparaat.

Fig. 10

u Contact opnemen met de Technische Dienst en het probleem, apparaataanduiding Fig. 10 (1), service-nr. Fig. 10 (2) en serie-nr. Fig. 10 (3) mededelen. w Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk. u Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst komt. w De levensmiddelen blijven langer koel. u Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het snoer trekken) of de draai de zekering uit.

7 Storingen *

u Afvoeropening reinigen: afzettingen met een dun hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje verwijderen.

*

*

u De meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk. u De onderdelen in de deur kunnen in de vaatwasmachine worden gereinigd. Maar de bedrukking kan in de loop der jaren loslaten. u Rolplaten van de groentelade kunnen eveneens in de vaatwasmachine worden gereinigd.* u Andere onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen. u Telescooprails alleen met een vochtige doek reinigen. Het vet in de geleiders dient ter smering en mag niet worden verwijderd.*

8

Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen: Het apparaat functioneert niet. → Het apparaat is niet ingeschakeld. u Apparaat inschakelen. → De stekker zit niet goed in het stopcontact. u Stekker controleren. → De zekering van het stopcontact is niet in orde. u Zekering controleren. De compressor blijft lopen. → De compressor schakelt bij een verminderde koudebehoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daardoor langer is, wordt energie bespaard. u Dat is bij energiebesparende modellen normaal. → SuperCool is ingeschakeld. u Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de compressor langer. Dit is normaal. Een LED onder aan de achterkant van het apparaat (bij de compressor) knippert regelmatig om de 5 seconden*. → Het betreft een storing.

* afhankelijk van model en uitvoering

Uitzetten u Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-

houd). Geluiden zijn te luid. → Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden veroorzaken. u Het geluid is normaal.

Een borrelen en klateren → Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit stroomt. u Het geluid is normaal. Een zacht klikken → Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen van het koelaggregaat (de motor). u Het geluid is normaal. Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn, wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt. → Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levensmiddelen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd. u Het geluid is normaal. → De omgevingstemperatuur is te hoog. u Oplossing: (zie 1.2) Een lage bromtoon.* → Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de ventilator. u Het geluid is normaal. Vibratiegeluiden.

De binnenverlichting brandt niet. → Het apparaat is niet ingeschakeld. u Apparaat inschakelen. → De deur was langer dan 15 min. open. u De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na ca. 15 min. automatisch uit. → De LED-verlichting is defect of de afdekkap is beschadigd:

WAARSCHUWING Gevaar voor verwonding door een elektrische schok! Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen. u LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische Dienst of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of repareren.

WAARSCHUWING Risico op letsel door LED-lamp! De lichtintensiteit van de LED-verlichting komt overeen met laserklasse 1/1M. Als de afdekkap defect is: u Niet met optische lensen uit directe nabijheid direct in de verlichting kijken. Hierdoor kan oogletsel ontstaan.

8 Uitzetten

→ Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-

8.1 Apparaat uitschakelen

In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F9

u Druk de On/Off-toets Fig. 2 (1) in gedurende ca. 2 seconden. w Er klinkt een lange pieptoon. Het temperatuurdisplay is uit. Het apparaat is uitgeschakeld. w Wanneer het apparaat niet kan worden uitgeschakeld, is de kinderbeveiliging actief (zie 5.1) .

ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en voorwerpen te trillen. u Controleer de inbouw en stel het apparaat opnieuw af indien nodig. u Flessen en containers uit elkaar zetten.

→ Het betreft een storing. u Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-

houd). In de temperatuurdisplay brandt DEMO. → De demonstratie-modus is geactiveerd. u Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onderhoud). Het apparaat is aan de buitenkant warm*. → De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om condenswater te voorkomen. u Dit is normaal.

Temperatuur is niet laag genoeg. → De deur is niet goed gesloten. u Deur van het apparaat sluiten. → Niet voldoende be- en ontluchting. u Luchtrooster schoonmaken. → De omgevingstemperatuur is te hoog. u Oplossing: (zie 1.2) . → Het apparaat werd te vaak of te lang geopend. u Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst (zie Onderhoud). → De temperatuur is verkeerd ingesteld. u Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur. → Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis, verwarming enz.). u Verander de standplaats van het apparaat of van de warmtebron. → Het apparaat werd niet juist in de nis ingebouwd. u Controleer of het apparaat juist is ingebouwd en de deur goed sluit.

* afhankelijk van model en uitvoering

8.2 Buiten werking stellen u Apparaat leegmaken. u Stekker uittrekken. u Apparaat reinigen (zie 6.2) . u Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaangename geuren kunnen ontstaan.

9 Apparaat afdanken Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meegegeven. Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten. Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel (informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrijkomen. u Apparaat onbruikbaar maken. u Trek de stekker uit. u Snijd het aansluitsnoer door.

9

Liebherr Hausgeräte Ochsenhausen GmbH * Memminger Strasse 77-79 * 88416 Ochsenhausen * Deutschland * www.liebherr.com

Similar documents